Zorgverzekeraar CZ gaat van aanbieders in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) eisen dat ze een deels digitale behandeling aanbieden. Zo wil de verzekeraar de lange wachtlijsten in de ggz terugdringen.
Volgens CZ is een gecombineerde behandeling, deels online, deels in de spreekkamer, bewezen effectief bij het grootste deel van de psychische aandoeningen.
Het gaat om depressie, angststoornissen en bepaalde persoonlijkheidsstoornissen. Wat de verzekeraar betreft moet iedere patiënt met een van deze aandoeningen kunnen kiezen: of meteen beginnen via een digitaal traject, of op de wachtlijst voor een reguliere behandeling. “Zo kunnen we de schaarse capaciteit in de ggz beter inzetten voor groepen die we nog niet digitaal kunnen behandelen”, zegt Rens van Oosterhout, manager ggz bij CZ.
Leidt de inzet van digitale middelen niet af van het oplossen van het werkelijke probleem: het capaciteitstekort in de ggz? Van Oosterhout vindt van niet. “Digitale behandelingen zijn even effectief. En als je al zegt: ‘Zou face-to-face-contact niet beter zijn?’, dan nog is de realiteit dat we de mensen niet hebben, en die krijgen we ook niet door extra geld in de ggz te steken. Het zal trouwens altijd gaan om een gemengd traject, waarbij een patiënt ook face-to-face-contact heeft, alleen minder vaak.”
CZ stimuleert ggz-instellingen al een paar jaar om patiënten digitaal te behandelen, slechts een minderheid doet dat. Maar de zorgverzekeraar gaat het nu harder spelen. Bij het inkopen van zorg voor het jaar 2020 eist de verzekeraar dat ggz-instellingen waarmee zij zaken doet zelf digitale trajecten ontwikkelen, of mee gaan doen met de digitale trajecten die de pioniers in de ggz nu al gebruiken.
Bron: Trouw